- Namibië -
Reisverhaal
Namibië
Omdat we in het zuiden van het land wonen, kozen we ervoor om met de auto naar Frankfurt (Duitsland) te rijden en aldaar de rechtstreekse vlucht naar Windhoek te nemen. Vanuit Nederland gaan er geen rechtstreekse vluchten naar Namibië.
Eenmaal aangekomen op de luchthaven in Windhoek konden we onze huurauto in ontvangst nemen. Ik huur de auto’s altijd in Nederland via Sunny Cars, omdat zij goede voorwaarden bieden en geen eigen risico hebben. Mocht er ter plaatse iets met de auto gebeuren, dan weet je zeker, dat je goed verzekerd bent en dat Sunny Cars de schade dekt.
De prijzen van de autohuur in Namibië zijn fors. De meeste mensen rijden in een grote Toyota Hilux, al dan niet met een tent op het dak, zodat er gekampeerd kan worden. Wij kozen voor een gewone SUV, iets hoger op de wielen dan een gewone auto en 4×4 aangedreven. Dat zou genoeg moeten zijn om de veelal onverharde, hobbelige en slechte wegen in Namibië te trotseren. En dat was ook zo. Voordat we de auto mochten meenemen, moesten we eerst een veiligheidsvideo bekijken. De wegen in Namibië zijn voor 70% onverhard en de zijkanten van de wegen lopen vaak naar beneden af. Hierdoor gebeuren er relatief veel ongelukken, doordat mensen te hard rijden en de macht over het stuur kwijt raken. De maximaal toegestane snelheid in Namibië staat langs de wegen goed aangegeven.
Kalahari
Omdat onze vlucht ’s ochtends in Windhoek aankwam, zijn we meteen de weg op gegaan en reden we richting de Kalahari woestijn. Eindbestemming: de Bagatelle Kalahari Game Ranch, ongeveer 270km ten zuiden van Windhoek. Deze ranch ligt op een groot eigen terrein. De accommodatie bestaat uit een centraal gebouw, waar zich de receptie, een winkeltje, het restaurant, de bar en het zwembad bevinden.
Onze volgende stop was Fish River Canyon. De weg ernaartoe was al zeer de moeite waard, een rit van ruim vier uur. Eerst volg je de B1 verharde weg naar het zuiden. Nabij Seeheim verlaat je de verharde weg en beginnen de gravelwegen. Hier waan je je alleen op de wereld.
In de regentijd kan er van tevoren beter eerst worden geïnformeerd naar de toestand van de wegen. Wij reisden in juli, geen regentijd, dus de wegen waren goed begaanbaar.
Ergens langs de gravelweg stond een bord ‘Kaffee und Kuchen’. We stopten hier en belandden bij een aardig Zuid-Afrikaans echtpaar, dat net als hun kinderen naar Namibië was verhuisd voor een beter leven. Deze mensen leefden van hun boerderij, daarnaast hadden ze een klein winkeltje en de vrouw des huizes bakte iedere dag verse appeltaart voor voorbijgangers.
Op de garagepoort stond een grote landkaart van Namibië, handgeschilderd. Alle wegen stonden erop aangegeven. De man des huizes vertelde ons, welke routes we het beste konden nemen en wat er allemaal bij Fish River Canyon te doen was.
Net als op meer plaatsen in Namibië, had het echtpaar bij hun huis ook een paar oude auto’s staan, waar de planten al doorheen groeiden. Erg leuk en de appeltaart smaakte goed!
Ook ons hotel, het Canyon Roadhouse, bevond zich in de middle of nowhere. Het hotel staat volledig in het teken van oude auto’s. Op de parkeerplaats bevond zich een klein, ouderwets tankstation, zodat we de benzine weer konden bijvullen.
Als je in Namibië een tankstation tegen komt, doe je er verstandig aan om vol te tanken. Je weet immers niet wanneer je weer een tankstation vindt.
De kamers van het hotel zijn mooi, ingericht in auto-stijl en hebben een badkamer met douche. Het ontbijt is in buffetvorm en goed verzorgd. ’s Avonds kun je in het restaurant prima eten. De weg naar Fish River Canyon is vanuit het hotel goed te doen. Een rit van ongeveer 45km.
Na een lange weg kom je meteen bij het belangrijkste uitkijkpunt. Hier staan ook picknicktafels en geniet je meteen van een prachtig vergezicht over de canyon. Vanuit dit punt kun je twee kanten op rijden. Rij je vanaf het Main view point naar rechts, dan kom je bij Hiker’s view point, waar ook de wandelingen beginnen. Ook hier heb je een prachtig uitzicht over de canyon. Rij je de andere kant op, dan zijn er een aantal kleinere uitkijkpunten.
Ik ben blij, dat we Eagle’s Rock ook hebben kunnen bezoeken, maar ik ben van mening, dat de mooiste uitkijkpunten zich in het deel van het park bevinden, waar je met een 2WD-auto mag komen.
Ais Ais ligt midden in de woestijn op iets meer dan een uur rijden van het Canyon Roadhouse hotel, waar we zelf verbleven.
Fish River Canyon heb je in een dag gezien, dus we besloten de volgende dag naar Ais Ais te rijden. Deze plek staat bekend om de thermale baden en het Ai-Ais Hot Springs Resort. Meer dan het resort is hier ook niet te vinden. De weg er naartoe is mooi en verlaten. Ook hier vind je op verschillende plaatsen verlaten, oude voertuigen langs de weg.
Eenmaal aangekomen in Ais Ais moesten we een klein bedrag entree betalen om het Resort te betreden. In het resort wemelde het van de mensen. Nogal een contrast met de verlaten wegen en de rust, die overal in het land te voelen is. Het resort beschikt over chalets, kamers en een camping.
We hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om hier te lunchen en zijn toen weer de weg op gegaan om van de natuur en de rust te genieten. Voor dat laatste moet je dus niet in Ais Ais zijn, want het wemelt er van de mensen. Wij waren hier in juli, wellicht is het in andere maanden wel rustiger. Ais Richtersveld Transfrontierpark
Een mooie, maar lange route, die we niet hadden willen missen. De weg die we namen loopt vlak langs de grens met Zuid Afrika en biedt een prachtige natuur in een bergachtig gebied. Zoals bijna overal in Namibië worden je gegevens bij de ingang van het park genoteerd en betaal je een klein bedrag om te mogen passeren. Vervolgens volg je de grensweg met Zuid Afrika en maak je een prachtige tocht door het park. De weg door het Ais Richtersveld Transfrontierpark is ongeveer 80 km lang.
Zodra je het park uit rijdt, kom je al snel op een verharde weg richting het noorden. En dat is best even comfortabel, na al die hobbelige gravelwegen!
Onderweg stopten we in Rosh Pinah bij een supermarkt. We kochten een hartig deegbroodje, zoals je ze in Zuid-Afrika en Namibië kunt kopen en iets te drinken. De broodjes zijn hartig en gevuld met kip, vlees of champignons. Overal langs de Namibische wegen bevinden zich uitsparingen met picknickbankjes, waar je rustig kunt zitten en wat kunt eten. Een goede optie, als er geen lunchrestaurantjes in de buurt zijn! Na een lange rit kwamen we aan op de plaats van overnachting. Het Bahnhof Hotel in Aus.
Aus is een goede plaats om een nachtje te overbruggen als je vanuit het zuiden op doorreis bent naar het noorden of andersom. Het Bahnhof Hotel is hier ‘the place to be’. Het is een leuk hotel met nette kamers, er is een bar en een restaurant waar je goed kunt eten. Aus zelf heeft niet zoveel te bieden. Als je vanuit Aus echter richting Lüderitz aan de kust rijdt, kun je onderweg wilde paarden spotten. Er zijn verschillende viewpoints langs de route, van waaruit je de paarden kunt bewonderen.
Als je van Aus naar Lüderitz rijdt, passeer je Kolmanskop, een verlaten diamantstadje midden in de woestijn, niet ver van Lüderitz. Er staan hier verschillende verlaten huizen. Die met de jaren wellicht zullen verdwijnen, omdat de natuur hier zijn gang kan gaan. Er worden dagelijks rondleidingen gegeven.
Helaas hadden wij in onze reis geen tijd voor een rondleiding. Dat vonden we erg jammer, want het leek ons zeker de moeite waard. Ongeveer 10 km verderop ligt de kustplaats Lüderitz, een prima plek om na de rondleiding in Kolmanskop te genieten van een lunch of diner met uitzicht op zee.
Vanuit Aus vervolgden we onze reis naar Sesriem. De plaats waar de Sossusvlei zich bevindt. Een rit van bijna vier uur. De weg er naartoe is in erg slechte staat.
De wegen in Namibië zijn voor 75% onverhard, maar op de meeste plaatsen goed te doen. Op de weg naar Sesriem kun je echter onderweg genieten van de zogenaamde ‘African massage’.
Namib-Naukluft National Park
We verbleven in de Sossusvlei Lodge, direct aan de ingang van het Sossusvlei nationaal park. De perfecte locatie om het nationale park te bezoeken.
De lodge beschikt over 44 superior units en een junior suite. Wij verbleven in de junior suite. Een prachtige grote suite met een zitkamer met comfortabele bank, een zeer riante badkamer met bad en uitzicht op de woestijn, een aparte inloopdouche, dubbele wastafels en een apart toilet. Daarnaast is er een ruime slaapkamer met een heerlijk en groot bed. De suite beschikt over een terras met ligstoelen en een eigen privézwembadje.
Het hotel bevindt zich direct aan de gate van het Namib-Naukluft National Park, waar de Sossusvlei en de Deadvlei zich bevinden.
Vanaf de gate van het park, waar je de entreeprijs betaalt, zijn het nog ongeveer 65 km rijden naar de Sossusvlei en Deadvlei.
De eerste 60 km leiden je over een verharde weg met mooie vergezichten. Onderweg passeer je de Dune 45 en de Big Daddy. Dune 45 dankt zijn naam aan het feit dat de duin 45 km van de gate verwijderd ligt. Het is de meest gefotografeerde duin en je kunt hem ook beklimmen.
Het beklimmen van de duinen is een zware opgave. Het mulle zand maakt de tocht zwaar, eenmaal boven echter de moeite waard!
Big Daddy is de hoogste duin in de Sossusvlei, ook deze kan worden beklommen en biedt een mooi uitzicht over de Deadvlei. Na 60 km mag je de laatste 5 km alleen met je eigen auto afleggen als je over een 4×4 WD beschikt. Mensen, die niet over een auto met vierwielaandrijving beschikken, kunnen hun auto parkeren en een shuttle nemen naar de Sossusvlei en de Deadvlei. Hiervoor betaal je de chauffeur een klein bedrag.
Omdat we over een 4x4WD beschikten, hetzij niet de beste auto die je je kunt wensen, besloten we de laatste 5 km zelfstandig af te leggen. Dat was echter nogal een uitdaging.
Ergens halverwege geraakten we niet goed verder en werden we gelukkig meegenomen door een van de shuttles. Onze auto bleef halverwege achter. Onze tip achteraf: parkeer de auto op de daarvoor bestemde parkeerplaats en neem de shuttle…
Na aankomst bij de Sossusvlei kan de tocht beginnen. Ook hier kunnen er duinen worden beklommen, een hele opgave. Ook stond er op de dag, dat wij de Sossusvlei bezochten veel wind, waardoor we goed gezandstraald werden, maar wat was het prachtig!
Vanaf de duinen van de Sossusvlei kijk je uit op de Deadvlei, een bizar landschap met dode bomen op een bodem van klei te midden van hoge rode duinen en in combinatie met een strakblauwe lucht levert dat de mooiste plaatjes op! Je kunt hier heerlijk rondstruinen en het prachtige landschap in alle rust aanschouwen.
Na het bezoek aan Deadvlei gingen we terug naar de parkeerplaats, waar de shuttle op ons stond te wachten. Halverwege de weg werden we gedropt bij onze auto en konden we aan de rit richting de ingang van he park beginnen. Vlak voordat je het park verlaat, kun je de Sesriem Canyon nog bezoeken. Dit is een kloof met een lengte van 4,5 km, die is gevormd door de Tsauchab rivier. Vlak bij de ingang van de kloof bevindt zich een parkeerplaats, waar je de auto kunt parkeren. De kloof bestaat uit bredere en smallere doorgangen en er zijn prachtige rotsformaties te zien. Zeker de moeite waard om de dag in het nationale park af te sluiten.
Onderweg passeerden we het plaatsje Solitaire. Een plek waar je souvenirs kunt kopen, kunt eten en tanken. Verder stelt het plaatsje weinig voor. We maakten hier een korte stop en vervolgden onze weg toen naar Swakopmund.
SwakopmundSwakopmund is een plaats aan de kust en ligt op dezelfde hoogte als hoofdstad Windhoek. Als je door Swakopmund loopt, waan je je regelmatig in Duitsland. Als voormalig Duitse kolonie zijn hier nog behoorlijk wat sporen te vinden. Er zijn aardig wat winkels en er is een heus ‘Brauhaus’. Een deel van het centrum is autovrij, hier vind je leuke souvenirwinkeltjes en restaurantjes.
Wij verbleven drie nachten in het Meerkat Guesthouse, een pension in Duitse stijl met afgesloten parkeerplaats. De kamer was netjes en schoon. Het pension ligt op loopafstand van het centrum van Swakopmund. Het is kleinschalig en er heerst een familiale sfeer. Het ontbijt is goed verzorgd en wordt vers bereid. Swakopmund heeft echter een ruime keuze wat betreft overnachtingsmogelijkheden. Klik hier voor hotels in Swakopmund.
Er is in en rondom Swakopmund veel te doen. Het plaatsje ligt tussen de Atlantische oceaan en de duinen, waar veel activiteiten worden georganiseerd. Zo kun je in de duinen kameel rijden, sandboarden en quad rijden. Wij besloten te gaan quad rijden met de Namibia Dessert Explorers.
We kregen een persoonlijke gids, die ons instructies gaf en al snel vertrokken we naar de duinen. Het was leuk om zo door de duinen te crossen en als in een achtbaan over de duinen te ‘vliegen’.
’s Middags hebben we Swakopmund verkend. Je kunt er struinen door de autovrije straatjes of de brede lanen, die door het stadje lopen. Ook een bezoekje aan het strand is de moeite waard, hier vind je ook de vuurtoren. Het Woermannhaus is ook een bezoekje waard. Het gebouw heeft een toren, die je tegen een kleine betaling kunt beklimmen. Het uitzicht is prachtig en geeft een mooi panorama-uitzicht over de omgeving.
In de omgeving van Swakopmund is veel te doen. Zo reden we een dag naar Walvis Bay, een vissersplaats niet ver van Swakopmund. De plaats heeft zijn naam te danken aan de walvissen, die in de baai verblijven. Er kunnen dan ook boottochten worden gemaakt om walvissen en dolfijnen te spotten. Wij gingen op zoek naar de flamingo’s, die zich hier ook in groten getale bevinden. We hoefden dan ook niet ver te zoeken.
Midden in het autovrije centrum ligt het Brauhaus. Hier waan je je echt in Duitsland. Ook hier kun je goed eten. De kaart is degelijk, vol Duitse gerechten en de aankleding van de zaak is, zoals je dat in een Bauhaus mag verwachten. Na het eten nodigt de gezellig de bar nog uit om een (of meer) drankje(s) te doen. Het werd voor ons dan ook een latertje…
We vervolgden onze reis dus noordwaarts en reden naar Cape Cross. De weg leidt langs de kust en halverwege de route ligt het eerste scheepswrak in het water.
Eenmaal aangekomen bij Cape Cross wist ik niet wat me overkwam. Ja, we gingen naar een kolonie pelsrobben kijken, maar dat het er zo veel zouden zijn, had ik niet verwacht. En dan heb ik nog niet geschreven over de geur! Wat een stank veroorzaken die beesten!
Er zijn houten paden aangelegd, die je kunt volgen, zodat je de gehele kolonie goed kunt bekijken. Het is prachtig om te zien en ik had het niet willen missen. Overal lagen pelsrobben. Lekker te genieten van het zonnetje, te luieren, te zwemmen, te spelen met andere robben en ga zo maar door. Het waren er teveel om naar te kijken.Verder naar Skeleton Coast Park. We hadden nog een hele rit voor de boeg. We moesten voor drie uur ‘s middags aan de gate van het park zijn, anders mag je er niet meer door. Ook zouden we bij het MET-kantoor in Swakopmund een permit moeten halen, maar toen we daar waren, werd ons verteld, dat we aan de gate van het park een permit konden krijgen. Gelukkig was dat ook zo. De Gate aan de zuidkant van het park heet de Ugab River Gate. Hier regelden we het papierwerk. Daarna konden we onze route vervolgen. Veel mensen reizen door dit stukje van Skeleton Coast park om door te reizen naar Damaraland. Wij reden door tot Terrace Bay, wat verder noordwaarts ligt.
De Skeleton Coast staat bekend om de scheepwrakken die er liggen. Op de zeeroute naar Kaap de Goede Hoop was de zee langs de Namibische kust vaak erg ruw, waardoor er veel schepen strandden. Een aantal wrakken die hierdoor zijn aangespoeld en voor de kust liggen, kunnen hier worden bezocht.
Het was niet eenvoudig om een slaapplaats te vinden in dit deel van Namibië. Er zou een overnachtingsmogelijkheid zijn in Torra Bay en in het nog noordelijker gelegen Terrace Bay. Torra Bay zou volzet zijn volgens de website van de NWR (Namibia Wildlife Resorts). Toen we Torra Bay echter passeerden, bleek het gesloten te zijn. We vervolgden de rit naar Terrace Bay, het was ondertussen al wat later op de dag en we moesten nog een eindje rijden.
Terrace Bay bestaat uit verschillende huisjes, allen met uitzicht op de zee. Van alle huisjes, waren er slechts drie bezet, dus weer vroeg ik me af, waarom het verkrijgen van een slaapplaats ook hier moeilijk verliep.
Na onze lange rit hadden we wel een biertje verdiend. Terrace Bay heeft een winkeltje, waar je iets te drinken en snacks kunt kopen.
We verwachtten er niet al te veel van, maar we waren aangenaam verrast. Het restaurant heeft ook een bar en de muren en plafonds van deze ruimte zijn vol geschreven met boodschappen van reizigers, die hier zijn geweest.
We kregen een heerlijk drie gangen menu voorgeschoteld en hebben heerlijk gegeten. Een fijne afsluiting van een lange, maar prachtige dag!
Hiervoor moesten we een deel van de route van de vorige dag terug rijden, tot de splitsing kwam naar de Springbokwasser gate, die aan de oostkant van het Skeleton Coast Park een uitgang biedt en naar Damaraland leidt.
Ik blijf in herhaling vallen, maar ook de rit naar Damaraland is prachtig! Mooie landschappen, verlaten wegen, prachtige vergezichten. Je komt in dit land zo gigantisch tot rust. Dat gevoel is echt geweldig.
Aangezien het lastig was om een accommodatie te vinden, besloten we hier een tent te boeken. Het kamp is vanaf de hoofdweg via een onverhard pad met de auto te bereiken, de bewegwijzering liet echter wat te wensen over, dus we zijn het pad eerst drie keer voorbij gereden, voordat we het vonden.
Later hoorden we, dat het kamp een aantal jaren dicht was geweest, vervolgens door de lokale bevolking is geplunderd en dat andere lokale mensen het kamp pas sinds een tijdje weer geopend hadden.
Nadat we met de auto een eindje verder reden, kwamen we pas bij de officiële plaats. Ook hier zijn we gestopt en een kijkje gaan nemen. Ook hier is er een ronde uitgezet langs verschillende overblijfselen van het petrified forest. Daarnaast krijg je informatie over de Welwitschia, een plant die voornamelijk in Namibië en Angola voorkomt.
Het verschil met de onofficiële plek, is dat je hier met een gids kunt lopen, die je onderweg van de nodige informatie voorziet.
Beide bezienswaardigheden zijn inbegrepen bij de entreeprijs, die je bij de rotstekeningen hebt betaald, dus de bonnetjes moeten worden bewaard. Onderweg kun je nog op verschillende plaatsen stoppen om naar een voorbeelddorp van het Himba-volk te gaan kijken. Ook hiervoor betaal je een kleine entree.
Voor onze volgende bestemming waren we heel erg enthousiast, Etosha National Park. We zijn al een aantal keren in Afrika geweest. Wildparken en game drives vinden we geweldig. Meestal verblijven we in privé wildparken, omdat je daar door een gids in een jeep wordt gereden en je zelf nergens aan hoeft te denken. Onze eerste stop bij Etosha was Ongava Game Reserve.
We verbleven twee nachten in Ongava Tented Camp. Hier verbleven we op fully inclusive basis, dat wil zeggen inclusief twee game drives per dag, ontbijt, lunch, diner, snacks en alle lokale drankjes.
Omdat Ongava Game Reserve tegen Etosha National Park aan ligt, doe je de namiddag game drive in het eigen privé wildpark en voor de ochtend game drive ga je naar Etosha.
Tijdens de namiddag game drive hebben we veel dieren gezien. Veel antilopesoorten, zoals waterbokken, koedoes, springbokken, impala’s, oryxen, gnoes, wrattenzwijnen, giraffen, zebra’s, olifanten, jakhalzen, leeuwen, neushoorns en ga zo maar door.
We zagen een leeuwenfamilie, waarbij de welpjes net bij moeder aan het drinken waren. Vervolgens poseerde een van de welpjes nog even voor onze camera…
Omdat Ongava Game Reserve net buiten Etosha National Park ligt, is het een half uurtje rijden van de lodge naar Andersson Gate, de toegangspoort tot Etosha National Park. Vanaf de gate zijn het nog ongeveer 16 km rijden tot je bij Okaukuejo komt. In deze plaats kun je overnachten, je kunt er tanken, er zijn toiletten en er is een mooi uitkijkpunt met een waterplaats, waar dieren vaak even komen drinken.
Gidsen in nationale parken in Namibië geven altijd aan, dat game drives in Namibië voor een groot deel bestaan uit het genieten van de prachtige natuur en de mooie landschappen. Alle dieren die je hierbij kunt zien, zijn een bonus. Dat geeft een beetje aan, dat er wat betreft het spotten van wild, betere plaatsen in Afrika zijn. Toch is er heel wat moois te zien.
Een groot deel van Etosha National Park bestaat uit een zoutpan, wat ervoor zorgt dat ook het landschap hier prachtig is. Je kunt ver over de zoutpan kijken en er lijkt geen einde aan te komen.
In Etosha kan de Big 5 worden gespot. Ook leven er zwarte neushoorns. De zwarte neushoorn zie je niet zo vaak. De meeste neushoorns in Afrika zijn witte neushoorns. Het verschil tussen deze neushoornsoorten is, dat de witte neushoorn een platte bek heeft, waarmee hij goed kan grazen. De zwarte neushoorn heeft een puntigere bek, waarmee hij juist de bladeren van planten en struiken kan eten. Naast de Big 5 leven er natuurlijk nog een heleboel andere diersoorten. Ook zijn er veel vogels. Hoe meer game drives je doet, des te meer je ook de kleinere dieren prachtig vindt om te zien. Zo zagen we bijvoorbeeld een honingdas, die een jakhals weg joeg en achtervolgde, een spannend tafereel. En één die je niet vaak ziet!
Naast de Big 5 leven er natuurlijk nog een heleboel andere diersoorten. Ook zijn er veel vogels. Hoe meer game drives je doet, des te meer je ook de kleinere dieren prachtig vindt om te zien. Zo zagen we bijvoorbeeld een honingdas, die een jakhals weg joeg en achtervolgde, een spannend tafereel. En één die je niet vaak ziet!
Het is in Etosha mogelijk om zelf met de auto het park te verkennen. Onze volgende stop was het Onguma Game Reserve aan de andere kant van Etosha National Park. We doorkruisten het park dus om op de volgende bestemming te komen. Onderweg zijn we op verschillende plaatsen gestopt om dieren te spotten en om te genieten van de prachtige landschappen. Een mooie rit, waar je veel tijd voor mag uittrekken, want de maximale snelheid in het park is 40 km/u. Daarnaast zijn er te veel mooie plekjes en dingen te zien, die je echt niet wilt missen.
Onguma Game Reserve ligt aan de westkant van Etosha National Park en bevindt zich net buiten Namutoni Gate. We verbleven de eerste nacht in Onguma The Fort. Helaas was deze accommodatie maar een nacht beschikbaar, dus de tweede nacht verbleven we in Onguma Tented Camp, dat ligt op 3 minuten rijden van The Fort in hetzelfde wildpark.
Eigenlijk was het ook wel leuk om twee accommodaties in dit wildpark te kunnen bekijken.
Eerste stop was dus Onguma The Fort. De naam zegt het al. Het hotel is helemaal gebouwd in de stijl van een fort. De kamers bevinden zich in vrijstaande bungalows en ze zijn fantastisch. De gehele logde straalt luxe uit. Zowel vanuit het hoofdgebouw, waar zich de receptie, een winkeltje, het restaurant en het zwembad bevinden als vanuit de kamers heb je een prachtig uitzicht over de savanne. De kamer heeft een goed gevulde minibar. Onder het genot van een lekker drankje kun je vanaf het terras van het heerlijke uitzicht genieten.
Het leuke in het Onguma Game Reserve is, dat ze wat extra aandacht geven aan de sundowner, die er tijdens de game drive wordt gedaan. Hiervoor hebben ze speciale plekjes in het park ingericht, waar de gids met zijn gasten bij zonsondergang een drankje kan doen. Deze plekken zijn voorzien van olielampjes, zodat er een gezellige sfeer kan worden gecreëerd. Onder het genot van een heerlijk drankje naar keuze is het genieten om midden in de Afrikaanse bush te genieten van de zonsondergang.
En die dag begon zoals gewoonlijk weer vroeg voor een game drive in Etosha National Park. Het leuke van twee verschillende lodges aan verschillende kanten van het park is, dat je de meeste delen van het park kunt bezoeken en afhankelijk van de vegetatie in het park, zie je weer veel verschillende dieren. Ook de game drive van deze ochtend was weer meer dan de moeite waard. We zagen zelfs een luipaard in een boom, een cheeta met welpjes en nog veel meer moois. Kijk maar eens naar de foto’s!
Na de ochtend game drive zetten we onze trip voort naar onze laatste bestemming, het Waterberg Plateau, een rit van ongeveer vier uur. Deze stop is zeker een bezoek waard en ligt op de route naar Windhoek.
Het privépark Waterberg Wilderness, beschikt over vier verschillende overnachtingsplaatsen. Het meest luxueuze is de Waterberg Plateau Lodge, die het hoogst gelegen is van alle accommodaties en hierdoor prachtige uitzichten over de vallei heeft. De lodge heeft acht ‘rock chalets’ met eigen zwembadje.
Dan is er de Waterberg Wilderness Lodge. Deze ligt verscholen in het groen en beschikt over veertien kamers omgeven door een mooie tuin.
De Waterberg Valley Lodge is een ecologische lodge. Er zijn negen canvas tenten met stenen badkamers. De lodge ligt op een berg en de tenten hebben een prachtig uitzicht over de vallei. Het restaurant met bar ligt iets hoger en heeft een uitzicht waar je u tegen zegt. Een mooie plek om een heerlijk verfrissend drankje te doen na een inspannende dag.
We verbleven hier maar één nacht en we besloten in de ochtend een wandeling te doen naar de top van het plateau. Best een pittige klim onder begeleiding van een gids. Het eerste deel van de wandeling gaat over een onverharde, brede weg tot aan de Waterberg Plateau Lodge. Van daaruit volgen er smallere paadjes verder naar boven. Het tempo van de wandeling was rustig en onderweg werd er veel uitgelegd over de dieren die in dit park leven en de planten die er groeien. Aan het einde van de klim werden we beloond met een prachtig uitzicht over de vallei.
Hoogtepunten
- Etosha National Park
- Sossusvlei
- Fish River Canyon
Mooiste slaapplaatsen
- The Fort in Onguma Game Reserve
- The Canyon Roadhouse
- Ongava Tented Camp
Ben je ook liefhebber van Afrika? Lees dan mijn post over de berggorilla’s in Oeganda of de Sanipas in Zuid Afrika.